Je bent de persoon (jijzelf dus) die je waarneemt.
Je bent de waarnemer van de persoon.
Je bent dus het object en dat wat het object waarneemt.
Als je hieraan twijfelt is er sprake van een conflict, tussen de waarnemer en het waargenomene, nietwaar? Dit conflict is innerlijk.
En als je werkelijk innerlijk rust zoekt, ga je nog een stapje verder:
Je geeft je dagelijks ( 24/7) over aan je zintuigen: voelen wat je voelt, horen wat je hoort, zien wat je ziet, ruiken wat je ruikt en proeven wat je proeft. Daarbij is dan de waarnemer het waargenomene.
Dat noem ik de staat van Nibbana (het uitwaaien/uitblussen van het zelf). De kaars (het zelf) dooft.
Er is natuurlijk nog sprake van bewustzijn, maar dit bewustzijn zoekt niet langer zichzelf. De geest jaagt niet langer zijn eigen staart achterna: wat het niet heeft en wil hebben, wat het wel heeft en niet wil hebben. En omdat we onze wensen vaak niet in vervulling zien gaan, is er teleurstelling: innerlijke pijn. Deze geest bestaat omdat we blijven denken over ons denken! Maar op die manier zwijgt de geest niet!
Als je je eigen persoon waarneemt, weet dan dat je deze persoon voor de volle 100% bent.
Maar je bent ook dat wat we de waarnemer van deze persoon noemen, ook dat ben je voor de volle 100%. Als je dat echt begrepen hebt, direct en geheel helder, zal de volgende stap je terug laten keren naar het moment, dat je je eigen handen nog bewonderde, zoals bij een baby het geval is. Hart en lichaam zijn bij een heel jong kind nog een, daarin heeft een ego nog geen ruimte gekregen!
Zitten als een Boeddha onder een boom aan een prachtige rivier. Terwijl het weer heel zacht is en er vogels rondvliegen en zingen! Je voelt het fijne verse gras onder je. Je bent wat je hoort, ziet,.. En niet langer ‘horende doof en ziende blind,’ zoals Christus sprak.
Met andere woorden: we onderschatten het lichaam. Het is juist de rots (in de branding voor onze geest), de grot (waarin we beschutting kunnen ervaren bij bliksem, regen en storm) en de Boeddha. Of zoals anderen zeggen: de Tempel Gods.
Door ons denken kunnen we in werkelijkheid nimmer echt het denken beheersen, want dat is in werkelijkheid alleen maar olie op het vuur. Zoals de wetenschap helemaal geen vrede in de wereld weten heeft te bewerkstelligen, ondanks alle onderzoek en uitvindingen.
De meeste problemen zijn juist het gevolg van ons denken. Toch zijn we denkende wezens. Maar als jong kind waren we ook ervarende wezens. De regen kon je nog echt ervaren als onderdeel van jezelf. Een jong kind ervaart en een volwassene spreekt over zijn of haar ervaringen: ik en de wereld.
Toen we ouder werden, verlegde we onze aandacht onbewust steeds meer naar onze geest, het denken. Uiteindelijk werd daar het ego geboren met onze naam erop geschreven, nietwaar?
Nu, roep ik mensen op om de aandacht te verleggen van de geest naar het lichaam. Dat is alles! 🙂
Foto – Pixabay.com
Geef een reactie