Als je een vlinder wilt zijn, behoor je eerst als een rups rond te kruipen. Als je een draak wilt zijn, behoor je eerst als een slang door het stof te gaan.
Het begrip ‘naga’ (Sanskriet voor slang/draak) is ook een verwijzing naar de Boeddha.
(‘De term nāga of mahānāga (‘grote draak’) wordt vaak ook gebruikt als een synoniem voor de Boeddha of voor een wijze (verlichte) die niet langer gevangen zit in het rad van geboorte en dood.’ – Bron: Lexicon Boeddhisme, uitgever Asoka.)
‘Wat ervaar je nu?
Voel wat je voelt, hoor wat je hoort, zie wat je ziet, proef wat je proeft en ruik wat je ruikt. Laat daarbij de waarnemer het waargenomene zijn.’
